Het is tegenwoordig heel gewoon om op een stemapparaat te stemmen. Moet je tijdens een lawaaiige repetitie stemmen, of tijdens een bandoptreden bijstemmen, dan heeft dat zeker zijn voordelen. Toch is er veel voor te zeggen om op je gehoor te stemmen. Dat laatste is namelijk een erg goede training voor je oren. Bovendien kan het handig zijn als je wilt stemmen op cd’s die niet op standaardstemming zijn opgenomen zijn. De kans is dan groot dat je stemapparaat er ook niet zonder meer mee overweg kan. Om je gehoor niet te veel te laten wennen aan valse gitaren is het daarnaast ook verstandig ervoor te zorgen dat je gitaar altijd goed gestemd is als je speelt. Ben je eenmaal handig in het stemmen op gehoor dan is bijstemmen op gehoor echt sneller, dan je stemapparaat er weer bijpakken.
Een tijd geleden kwam ik een boek tegen met een methode om te stemmen die erg goed werkt, en ook nog rekening houdt met het feit dat alle gitaren min of meer aangepast zijn aan de getempereerde stemming. Dit laatste zorgt ervoor dat een goed gestemde gitaar uiteindelijk een compromis is, die op alle punten van de hals goed te verdragen is. De meeste eenvoudigere manieren zijn vooral op het eerste gedeelte van de hals gericht. Een ander nadeel van veel stemmethoden is dat er steeds op andere snaren wordt verder gestemd. Je begint met op de A snaar te stemmen, daarna stem je de G snaar op de D snaar. Kruipt er ergens een fout in, dan neem je die mee naar het volgende snarenpaar, en wordt die uiteindelijk heel groot. Op gehoor stemmen wordt op die manier al snel een frustrerende aangelegenheid. Bij deze methode worden alle snaren met de A snaar gecontroleerd. Cumulatieve fouten zijn daardoor uitgesloten.
Twee belangrijke uitgangspunten om goed te kunnen stemmen zijn een octaafzuivere hals, en snaren die in een redelijke conditie zijn. Oude snaren laten minder boventonen horen waardoor het moeilijker wordt om te stemmen. Zijn ze erg vuil, of geroest, dan is de kans bovendien erg groot dat ze echt niet meer te stemmen zijn. De snaar gedraagt zich dan namelijk niet overal hetzelfde, en daar kan de beste afstelling verder niets tegen beginnen. Is je gitaar niet octaafzuiver, dan krijg je hem misschien op de eerste 5 of 7 frets nog wel redelijk gestemd, maar daarboven wordt het steeds valser. Je moet de gitaar dan eerst goed (laten) afstellen. Je kunt dit controleren door per snaar de flageolet op de 12 fret te vergelijken met de toon die je hoort als je de snaar op de 12e fret fret. Als je gitaar octaafzuiver is zijn dat dezelfde tonen.
Deze methode werkt voor mij erg goed. (Het lijkt een heel verhaal, maar als je het een paar keer gebruikt hebt gaat het heel snel)
Standaardstemming | Stem-interval | Controle-interval |
Stem de A snaar op een stemvork ,een keyboard, of de cd waarop je wilt stemmen. (Gaat het alleen om bijstemmen dan kun je deze stap overslaan, doe dan alleen de snaren die kloppen) Klopt de A snaar dan blijven we daar verder vanaf. | n.v.t | n.v.t |
Stem nu de D snaar op de A snaar. Speel een flageolet op de 5e positie van de A snaar en een flageolet op de 7e positie van de D snaar. Deze tonen moeten hetzelfde klinken. Dit is, in verband met de getempereerde stemming van de gitaar, niet helemaal waar. We controleren de D snaar dan ook met een andere greep. Speel een flageolet op de 12e fret op de A snaar. Die moet helemaal gelijk zijn aan de op de 7e fret ingedrukte D snaar. Klopt dit niet stem dan weer bij met de 5e en 7e positie flageoletten, en controleer daarna weer. | e——– b——– g——– d–<7>— a–<5>— e——– |
e——– b——– g——– d—7—- a–<12>– e——– |
Stem nu de G snaar op de D snaar. Weer met de 5e positie flageolet op de D snaar en de 7e positie flageolet op de G snaar. Het controle interval is hier de 12e positie flageolet op de A snaar, en de G snaar ingedrukt op de 2e positie. | e——– b——– g—<7>– d—<5>– a——– e——– |
e——– b——– g—2—- d——– a–<12>– e——– |
Stem nu de lage E snaar op de A snaar. Weer met de 5e positie flageolet op de E snaar en de 7e positie flageolet op de A snaar. Het controle interval is hier de 12e positie flageolet op de E snaar, en de A snaar ingedrukt op de 7e positie. | e——– b——– g——– d——– a–<7>— e–<5>— |
e——– b——– g——– d——– a—7—- e–<12>– |
Stem nu de B snaar op de lage E snaar. Gebruik hiervoor de 7e positie flageolet op de E snaar. Die is gelijk aan de open B snaar. Gebruik nu twee controle intervallen: A snaar 3e fret ingedrukt en B snaar 1ste fret ingedrukt, en A snaar 2e fret ingedrukt en B snaar open. | e——– b—0—- g——– d——– a——– e—<7>– |
e——– b–1–0– g——– d——– a–3–2– e——– |
Als laatste stemmen we nu de hoge E snaar op de 7e positie flageolet op de A snaar. Het controle interval is de op de 5e fret ingedrukte E snaar, en de 5e positie flageolet op de A snaar. | e—0—- b——– g——– d——– a—<7>– e——– |
e—-5— b——– g——– d——– a—<5>– e——– |
Het zijn hierbij uiteindelijk de controle intervallen die helemaal moeten kloppen. Strikt genomen zou je naar het aantal zwevingen bij de eerste stemintervallen kunnen luisteren of je goed zit, maar zonder dat te doen lukt het met deze methode ook heel goed om je gitaar snel te leren stemmen.
Voor alle snaren geldt dat je begint met een snaar die te laag gestemd is, en dan de snaar omhoog stemt tot de goede toonhoogte. Daardoor wordt de snaar goed vastgedraaid op het mechaniek, zodat daar geen problemen kunnen ontstaan. Weet je niet zeker of de toon lager of hoger is dan hij zou moeten zijn, stem de snaar dan omlaag totdat je het wel zeker weet.
Je kunt tijdens het stemmen van 2 snaren het beste de andere snaren afdempen. Op die manier voorkom je verwarrende resonanties.
Heb je een gitaar met een vibrator, dan moet je er uiteraard rekening mee houden dat alle snaren een beetje verstemmen als je een snaar bijstemt. Afhankelijk van hoe ontstemd de snaar is, moet je deze cyclus dus misschien een paar keer herhalen totdat alles klopt. (Maar dat geld natuurlijk ook bij stemmen op een stemapparaat.)
Bij stemmingen als DADGAD, open G, open D etc., let ik op de klank van het open akkoord. Het zijn juist de afwijkende resonanties die je krijgt, die dat soort stemmingen aantrekkelijk maken. Het is wel altijd zaak om te weten bij welke toon je begint bij dat soort stemmingen. Niet elke volgorde van stemmen is even effectief en snel. Ga ik van de ene alternatieve stemming naar de andere, keer ik soms zelfs eerst terug naar standaardstemming. Dat geeft weer even wat vaste grond onder de voeten.
Als laatste tip, wil je de lage E omlaag stemmen naar D, dan kun je hem gewoon op de D snaar stemmen (octaaf). Op een klassieke gitaar kun je zonder te luisteren het mechaniek drie volle slagen terug draaien. Je zou dan in de buurt moeten zitten. Op staalsnarige gitaren is dat veel minder. Er zijn zelfs gitaristen zoals Doyle Dykes die midden in een nummer ineens snaren verstemmen! (Uiteraard zonder stemapparaat.)(Adrian Legg speelt hierbij trouwens een beetje vals (excuses voor de woordspeling), die gebruikt daarvoor speciale mechanieken met een aanslag)
28 – 12 – 2006